Maandag 07 november 2016

Handbiker Tim de Vries maakt van tegenslag kracht

Je zult misschien wel eens tegenslag ervaren in je werk. Of als afgestudeerde, wanneer die baan van je dromen steeds nét buiten je bereik valt. Je kunt van je tegenslag echter ook je kracht maken. Zoals Tim de Vries, die na een trampoline-ongeval een deel van zijn been verloor. Inmiddels is hij succesvol Paralympisch handbiker en geniet volop van elk moment. “Kijk jezelf aan in de spiegel en zorg dat je elke dag weer een uitdaging hebt!”

Daar ging het mis

Tim doet zijn relaas nuchter en met steeds een lach in zijn stem. Toch is zijn voorgeschiedenis allerminst alledaags en velen zullen wat hem overkwam niet als positief bestempelen. Zijn voorliefde voor sport en uitdaging zat er al vroeg in. “Als jochie van 15 kwam ik net als iedere zomer op de camping in Egmond. Ik ging toen samen met een meisje dat ik daar leerde kennen naar een trampolinecentrum. Zij deed dat heel goed, ik dacht dat ze op turnen zat ofzo. Maar ze bleek trampolinespringen als sport te beoefenen. Daar had ik nog nooit van gehoord, maar het leek me wel wat. In het trampolinecentrum in Amsterdam ging ik springen. Daar leerde ik ook mijn vriendin kennen, met wie ik nu getrouwd ben. Ik ging op steeds hoger niveau springen, en was op een gegeven moment zelfs in voorbereiding op het NK. Daar ging het tijdens een training mis. Bij een sprong was ik een fractie uit balans en raakte het plafond. Daardoor kwam ik van zes meter hoogte vol op mijn linkerbeen terecht.”

Wat nu?

Het been bleek nogal rigoureus te zijn gebroken. “Ik had er ook nog een slagaderlijke bloeding bij”, vertelt Tim. “Gelukkig was er iemand bij aanwezig die net anderhalve week daarvoor haar EHBO-diploma had gehaald, anders had ik hier nu niet meer gezeten. Ik werd afgevoerd in een ambulance richting het VUmc. De artsen hadden zoiets nog niet eerder gezien en gaven aan dat ze gingen opereren. Tijdens de operatie bleken echter mijn zenuwen ook te zijn beschadigd. De kans op herstel was zó klein dat, het klinkt misschien gek, maar ze dachten dat het beter was voor een jongen van 18 in mijn conditie om het been te amputeren. Ik werd wakker uit de narcose en mijn familie stond rond mijn bed. Ik vroeg ze of het gelukt was, maar kreeg geen antwoord. Ze wisten niet goed wat ze moesten zeggen en gingen naar huis met een ‘we zien je morgen’. Kort nadat ze weg waren kreeg ik jeuk aan mijn linkervoet. Ik ging met mijn rechtervoet op zoek, maar kon niets vinden. Het deken waaronder ik lag, hing aan die kant naar beneden. Toen besefte ik dat mijn been er af was. Ik viel van vermoeidheid in slaap maar werd wel een aantal keren wakker met de gedachte ‘wat nu?’.”

Huilend binnen en lachend weer weg

Die nacht al bedacht Tim ‘trampolinespringen gaat dan niet meer lukken, maar ik kan wel iets anders gaan doen’. “Zoals jureren, of coachen”, vervolgt hij. “Mijn familie en vrienden kwamen de volgende dag op bezoek. Mensen verzamelden alle moed om naar me toe te komen, ze verwachtten het ergste. Maar in feite kwamen ze huilend binnen en gingen lachend weer weg. Ik zag anderen om me heen in het ziekenhuis en realiseerde me al snel dat er veel mensen zijn die het slechter getroffen hebben. Ik mis misschien wel iets, maar daar kan ik mee leren omgaan. Anderen hebben bijvoorbeeld een ziekte waarover ze geen enkele controle hebben. Daar kun je veel meer moeite mee hebben.”

Van sportschool naar roeien naar handbiken

Met die positieve instelling pakte Tim de draad weer op, ook in de sport. “Ik hield te veel van sport om er afscheid van te kunnen nemen. Vergelijk het met een auto-ongeluk: daarna stap je ook weer in om te rijden. Ik had het sporten nodig in mijn leven. In eerste instantie ben ik training gaan geven, en ik verdiepte me in het jureren. Ik was ook veel in de sportschool te vinden. In 2003 kreeg ik van anderen de tip om eens te gaan roeien. In Zaandam was een open dag van de roeivereniging. Daar liep zo’n creatieve gast rond die zei ‘ik maak wel een aangepast stoeltje voor je’. Op een gegeven moment kwam ik in de Paralympische tak van het roeien terecht. Afhankelijk van de ernst van je handicap en je niveau word je dan in een bepaalde klasse geplaatst. Ik kon alleen roeien in een vierpersoonsboot. In 2008 was ik nog niet aan de Paralympische Spelen toe. In aanloop naar 2012 zag ik het ook niet zitten met vier personen. Het risico is vrij groot dat iemand geblesseerd raakt. Toen kwam ik in Utrecht op een beurs om het roeien te promoten. Daar kwam ik in aanraking met handbiken.

Foto: Bert Willems

In 2010 ben ik virtueel de Erasmusbrug op gereden. Ik reed de snelste tijd en ben zo in het handbiken beland. Ik had veel kracht, mocht zo hard rijden als ik kon, volledig losgaan. Daarop kwam ik in gesprek met de bondscoach en vervolgens ging ik naar Australië voor de wereldbekerwedstrijd. Ik had toen nog geen topsportstatus, dus betaalde ik mijn eigen vlucht. Ik werd twee keer vijfde en kwalificeerde me voor het WK. Door in Denemarken vierde te worden behaalde ik mijn A-status. Tot nu toe wordt die elk jaar verlengd en doordat het stipendium verbeterd is, kan ik nu vrijwel fulltime sporten.”

Topsport is best egoïstisch

Daar sta je misschien niet direct bij stil, maar lang niet elke topsporter kan voldoende inkomen uit zijn of haar sport halen om rond te komen. Sinds 2003 werkt Tim dan ook naast zijn sport, als buschauffeur bij Connexxion. Daar zijn ze apetrots op hem, en omgekeerd is hij ook erg blij met zijn werkzaamheden daar. “Het is financieel nodig, maar het is ook gewoon fijn op sociaal vlak om bezig te blijven. Topsport is best egoïstisch, en zo ben ik niet. Mijn collega’s steunen me volledig, daar mag ik mijn handen voor dichtknijpen. Ik heb op dit moment een contract voor één dag per week en tot en met december 2020, tot aan Tokio, heb ik een terugkeergarantie. Ik kan dan altijd volledig terugkeren, mocht dat nodig zijn.”

Bagage omzetten in wat wél kan

Tim laat zich door weinig tot niets tegenhouden, en zeker niet door zijn beperking. “Je moet kijken naar alles wat mogelijk is”, vindt hij. “Laat een fysieke beperking geen mentale beperking zijn. Probeer out-of-the-box te denken. Kijk jezelf aan in de spiegel en zorg dat je elke dag weer een uitdaging hebt. Een voorbeeld. Ik had een kilometerwedstrijd met roeien. Ik ging zo hard van start dat ik na 600 meter helemaal stuk was. Die laatste 400 meter heb ik uitgeroeid op karakter en daarmee werd ik tweede. Toen zei iedereen dat ik te hard van start was gegaan. Maar ik dacht ‘als ik dit zo al kan halen, dan kan ik de volgende keer winnen’. Je moet je bagage meenemen en omzetten in iets wat wél kan.”

Focus je op je hele leven

Hoezeer hij ook verknocht is aan de sport, het is niet het enige wat telt voor Tim. “Ik ben natuurlijk heel trots op wat ik met sporten heb bereikt, het meest nog op mijn gewonnen wereldbekertoernooi in 2015. Maar daarbuiten ben ik gelukkig getrouwd en heb ik drie kindjes waar ik enorm trots op ben. Onze relatie is verstevigd door alles wat er gebeurd is. Als topsporter streef je je doel na, maar bedenk ook dat er nog veel mooie dingen daarnaast zijn. Je sociale leven, je familie en vrienden die er honderd procent voor je zijn, dat houdt je scherp. Focus je niet op één ding, maar op je hele leven. Dan kun je er het maximale uithalen.”

Mensen inspireren als motivational speaker

Tim heeft naast zijn sport een brede interesse. “Ik ben nu bezig iets op te zetten waar ik inmiddels al wel wat over kan vertellen. Ik merkte dat veel mensen geïnspireerd zijn door mijn verhaal. Ik vind het tegelijkertijd heel gaaf om dit te kunnen delen met anderen. Na de Spelen heb ik daarom in samenwerking met mijn sportmanager besloten me verder te gaan ontwikkelen als motivational speaker. We zijn nu een plan aan het maken om het verder vorm te geven. Vanaf volgend jaar is mijn doel om elke maand een sessie te geven. Wat ik op dit moment al meepak is mooi meegenomen. Ik heb nu bijvoorbeeld een sessie bij Connexxion. En één op de school van mijn kinderen. Prachtig om ze te kunnen inspireren en laten voelen wat topsport is!”

Ik zal het geprobeerd hebben

En daar houdt het niet op. Gevraagd naar zijn ambities op de langere termijn weet Tim ook nog te verrassen. “Je maakt keuzes in de loop van je leven. Vaak hebben die betrekking op de korte termijn. Ik heb ooit gezegd dat ik wel in de zorg zou willen werken. Ik weet niet of het gaat lukken met mijn beperking, maar ik zal het zeker geprobeerd hebben.”